De Catlins

18 december 2019 - Ahuriri Flat, Nieuw-Zeeland

De catlins is een natuurgebied aan de zuidkust van het zuidereiland. Er zijn meerdere dingen te bekijken, dus we besloten om dat vanuit een camping te doen en op die camping een dagje extra te overnachten. Helaas was het beroerd weer, dus begonnen we met uitslapen. Dat ons dat nog lukt! Maar om eerlijk te zijn worden we altijd wel omstreeks een uur of zeven, half acht wakker en vallen als dat kan weer in slaap.

Het is een beetje uitzoeken in verband met de route wat de volgorde der dingen zal zijn. Ook de aanwezigheid van dieren (lees: pinguïns) maakt uit wanneer je ze kan zien. We startten daarom met Jack’s Blow Hole. Dit is een gat in de grond dat is ontstaan doordat het dak van een grot is ingestort. De grot komt vanaf zee en het zeewater loopt er elke keer in en uit als gevolg van de eb en vloedwerking. Doordat de zee met geweld in de grot wordt geperst, ontstaan er vreemde geluiden, die goed hoorbaar zijn. De wanden van de grot zijn van steen en het gat is 55 meter diep, zodat een galmkamer is gecreëerd. Doordat de lucht hierdoor ook in en uit de grot wordt geperst ontstaan er nog extra vreemde geluiden. Tot zover de theorie. Toen wij aankwamen was er niet veel beweging in de zee (eb? getijdenwissel?) dus werd er ook niet veel geluid geproduceerd. Jammer, maar wel leuk om zo’n vreemde speling van de natuur te hebben gezien.

De volgende stop waren de Purakaunui Falls. Dit is de meest gefotografeerde waterval in de Catlins. Het ligt in een vochtig bosgebied. Hoewel het een echte waterval is over meerdere plateau’s viel het een beetje tegen, want, hoewel het veel geregend heeft afgelopen dagen in dit gebied, de hoeveelheid water was niet groot. De snorkende tekst over ‘het meest gefotografeerd’ mogen ze van mij wel weglaten. De suggestie geeft een te grote verwachting, vind ik. Wat wel opvalt in heel Nieuw Zeeland en ook hier, is de grote hoeveelheid verschillende soorten varens die er groeien en er welvarend uitzien (nee, nee, dat woord komt hier niet vandaan: welvarend komt uit de zeevaart. Piet Hein en zo).

Op de terugweg kwamen we weer langs de camping en omdat we dachten dat het goed zou zijn om wat later bij de pinguïns te komen, hebben we eerst een hapje gegeten. Vervolgens zijn we naar Nugget Point gereden. Daar bleken de plekken voor zeehonden en pinguïns niet dezelfde te zijn. Daarom eerst naar de pinguïns gereden. Pinguïns zijn zeer schuw, dus die moeten geen mensen zien. Daarom kan je die vanuit een uitkijkhut zien. Op het moment van bezoek hebben de pinguïns kuikens en worden deze gevoerd door afwisselend mannetje en vrouwtje. De ouderpinguïn duikt in zee, verzamelt vis en komt dan weer op het strand. Dan moeten ze eerst drogen en hun olielaagje weer in orde brengen alvorens ze de heuvel oplopen naar hun nest. Die droogtijd duurt ongeveer 10 minuten en daarom kan je ze goed zien. De hoeveelheid pinguïnstellen neemt jaarlijks af, vanwege de klimaatverandering (de zee wordt warmer en daardoor zwemmen vissen verder weg in de oceaan) en door praedatoren, zoals orka’s en zeehonden, maar ook landdieren als katten. Er waren dit jaar maar 5 stellen aan het broeden, terwijl dat er vorig jaar nog 29 stuks waren. Maar we hebben ze gespot, prachtig om te zien.

GeeloogpinguIn

Het was die avond echt koud, dus we hadden er niet veel zin meer om nog de zeehonden te gaan zien. Dus besloten we dat de volgende dag gewoon te doen. Nugget Point is een prachtige plek aan een mooie kust. Het valt onder onze favorieten, twee keer bezoeken is daarom helemaal geen straf.

Zo gezegd, zo gedaan. De volgende dag moesten we voor 10 uur de camping verlaten (na 10:15 uur krijg je een boete van 5 dollar en na 10:30 uur betaal je een dag extra), maar we hadden geen zwaar reis programma, dus tijd zat om nog een keer naar Nugget Point te gaan. Daar hebben we geen spijt van gekregen. Het was wisselend bewolkt met af en toe een shower (de vertaalmachine vertaalt dat met ‘douche’. Dat bleek te kloppen, maar ik wist niet dat de stortdouche ook al was uitgevonden in de natuur bij wisselend bewolkt weer). Nu zijn we doorgelopen tot het uiterste puntje, waar de vuurtoren staat. Dan heb je zicht op een heel aantal eilandjes in verschillende mater van hoogte en ruigheid. Op één van de eilandjes zag je een zeehondenkolonie met jonge zeehondjes. Ook allerlei vogels vliegen daar rond, er was genoeg te zien en te fotograferen.

Als laatste hebben we de Cathedral Caves bezocht (niet te verwarren met de Cathedral Cove in Coromandel). Deze liggen uiteraard aan de kust, want het zijn twee natuurlijke grotten, door de zee gevormd, die aan het eind met elkaar in verbinding staan (U-vorm). Het bijzondere is dat het een kathedraalvorm heeft. Hij is 200 meter lang (de totale U-vorm) en heeft een hoogte van een meter of dertig. De beide poten van de U zijn vanuit zee toegankelijk. Het is duidelijk dat je ook hier weer alleen bij eb toegang kan hebben. Ervaren als we zijn hebben we daar rekening mee gehouden. Dat leidt wel tot een file op de smalle toegangsweg, want de bezoektijd is uiteraard beperkt. Wij vonden de Three Sisters op het Noordereiland wat kleuren betreft mooier.

Foto’s

2 Reacties

  1. Clara Eschbach:
    18 december 2019
    Het blijft leuk om jullie te volgen. Prachtige foto's.
    Lieve groet, Loet en Clara
  2. Lotte:
    20 december 2019
    Mooie verhalen weer!